Adriaan Danielszn van der MERWEDE [1087] geboren ca. 1250 overleden na 1298
getrouwd met NN van DAALLEM [1088] , jonkvrouw
1.
2.
NN van CLOOTWIJCK [1091]
3.
Jan van MUYLWIJCK [1092]
Uit: Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden door A.J. van der Aa uitg. 1845:
KLOOTWIJK, voormalige adellijke hofstede in het land van Altena, prov. Noord-Brabant, van welke het adellijke geslacht 'van Klootwijk' voortkwam, hetwelk van dat van der Merwede afstamde, zijnde Adriaan van der Merwede Danielszn., die op het einde der dertiende eeuw leefde, de eerste geweest, welke dien naam aannam.
Deze adellijke hofstede, welke, met de daartoe behoorende gronden, eene oppervlakte bevatte van 70 morgen (ongeveer 60 bunder) is, bij den St. Elizabethsvloed van 18 november 1421, geheel ondergeloopen, en er zijn later slechts 54 of 55 morgen gronds daarvan weder bedijkt door Adriaan van Klootwijk Reijerszoon, zoo als blijkt uit eenen Schepenenbrief van Almkerk de dato 10 september 1534. In het jaar 1585 deed Johan van Klootwijk, de grachten van het vervallen huis van Klootwijk weder ophalen. De schans schijnt echter nimmer weder tot den vorigen luister te zijn gekomen. Thans vindt men er nog enkel eene bouwhoeve met 3 bunder land behoorende tot het arr. 's-Hertogenbosch, kant. Heusden, gem. Almkerk-en-Uitwijk, en wordende thans in eigendom bezeten door de wed. B. Snart.
Het eerste gedeelte van deze tak 'van Clootwijck' wordt beschreven in "Beschrijvinge van Dordrecht" (1677) door Matthijs Balen. Deze heeft zijn gegevens uit een handschrift van (vermoedelijk) Matthijs van de Merwede van Clootwijck (afstammeling van Reijer Janszoon van Clootwijk). Er bestaat echter grote twijfel over de nauwkeurigheid van deze beschrijving. Neem bijvoorbeeld het feit dat als vader van Adriaan Jan Arntsz hier Reijer van Clootwijk genoemd wordt.
Wel is er een familiewapen gevonden van de Merwedes bij het CBG in den Haag.
KLOOTWIJK, voormalige adellijke hofstede in het land van Altena, prov. Noord-Brabant, van welke het adellijke geslacht 'van Klootwijk' voortkwam, hetwelk van dat van der Merwede afstamde, zijnde Adriaan van der Merwede Danielszn., die op het einde der dertiende eeuw leefde, de eerste geweest, welke dien naam aannam.
Deze adellijke hofstede, welke, met de daartoe behoorende gronden, eene oppervlakte bevatte van 70 morgen (ongeveer 60 bunder) is, bij den St. Elizabethsvloed van 18 november 1421, geheel ondergeloopen, en er zijn later slechts 54 of 55 morgen gronds daarvan weder bedijkt door Adriaan van Klootwijk Reijerszoon, zoo als blijkt uit eenen Schepenenbrief van Almkerk de dato 10 september 1534. In het jaar 1585 deed Johan van Klootwijk, de grachten van het vervallen huis van Klootwijk weder ophalen. De schans schijnt echter nimmer weder tot den vorigen luister te zijn gekomen. Thans vindt men er nog enkel eene bouwhoeve met 3 bunder land behoorende tot het arr. 's-Hertogenbosch, kant. Heusden, gem. Almkerk-en-Uitwijk, en wordende thans in eigendom bezeten door de wed. B. Snart.
Het eerste gedeelte van deze tak 'van Clootwijck' wordt beschreven in "Beschrijvinge van Dordrecht" (1677) door Matthijs Balen. Deze heeft zijn gegevens uit een handschrift van (vermoedelijk) Matthijs van de Merwede van Clootwijck (afstammeling van Reijer Janszoon van Clootwijk). Er bestaat echter grote twijfel over de nauwkeurigheid van deze beschrijving. Neem bijvoorbeeld het feit dat als vader van Adriaan Jan Arntsz hier Reijer van Clootwijk genoemd wordt.
Wel is er een familiewapen gevonden van de Merwedes bij het CBG in den Haag.




Adriaan van CLOOTWIJCK [1089] geboren ca. 1280, knaap overleden na 1322
zoon van Adriaan Danielszn van der MERWEDE [1087] (1250-1298) en van NN van DAALLEM [1088]
getrouwd met Jenne Willemdr van DRONGELEN [1090] , jonkvrouw
1.
Bronnen: Geheel volgens Mathijs Balen (1677).

Het is echter niet zeker dat dit wapen ooit gevoerd is door de familie Clootwijck net zomin als er een adelijke afstamming is.

Wouther van CLOOTWIJCK [1093] geboren ca. 1320, ridder overleden na 1340
zoon van Adriaan van CLOOTWIJCK [1089] (1280-1322) en van Jenne Willemdr van DRONGELEN [1090]
getrouwd met Agnes Willemsdr van RIJSWIJCK [1094] , jonkvrouw
1.
Bronnen: Geheel volgens Mathijs Balen (1677).
Reyer van CLOOTWIJCK [1095] geboren ca. 1350, leenvolger overleden na 1390
zoon van Wouther van CLOOTWIJCK [1093] (1320-1340) en van Agnes Willemsdr van RIJSWIJCK [1094]
getrouwd met NN van HOUWENINGEN [1096] , jonkvrouw
1.
Hier bestaan twijfels over de juistheid. Was Adriaan Jan Arntsz (!) een zoon van Reijer?
Bronnen: Geheel volgens Mathijs Balen (1677).
Bronnen: Geheel volgens Mathijs Balen (1677).
Adriaan Jan Arntsz van CLOOTWIJCK [1021] geboren ca. 1390 overleden op 11-05-1469
zoon van Reyer van CLOOTWIJCK [1095] (1350-1390) en van NN van HOUWENINGEN [1096]
getrouwd met Dirkje van POLANEN [1097] , jonkvrouwe
1.
2.
Dirk [3211] overleden voor 1473
Adriaen Jan Arntsz. (later "van Clootwijck") kocht op 24 febr. 1418 de ridderlijke hofstede "Clootwijck" (onder Almkerk) van Floris van Klootwijck Pontiaensz. (ex matre Lijsbeth Florisdr. van Dalem). Adriaen is zich pas daarna "van Clootwijck" gaan noemen. Er blijkt nergens dat hij tot het geslacht behoorde.
Als mogelijke vrouwen worden ook "een dochter van Reijmbert van der Brugge" en Johanna Willemsdr van Nederveen genoemd.
Bronnen: "Een speurtocht door de Langstraat (1500-1650)" door Mevr. A.I. Menalda-van der Hoeven (1981).
Als mogelijke vrouwen worden ook "een dochter van Reijmbert van der Brugge" en Johanna Willemsdr van Nederveen genoemd.
Bronnen: "Een speurtocht door de Langstraat (1500-1650)" door Mevr. A.I. Menalda-van der Hoeven (1981).

24-03-1451 Adriaan Jan Arntsz van CLOOTWIJCK [1021] verwierf dit leen van Jan die Molenaar
11-05-1469 Jan Reynaerts [1027] erfde het leen van zijn grootvader Adriaan [1021], het leen sloeg een generatie over omdat de vader van Jan, Reywaert Adriaensz van CLOOTWIJCK [1023] al reeds overleden was.
23-02-1519 Reijwaert Jansz van CLOOTWIJCK [1098] erfde het leen van zijn vader.
07-06-1536 Johan van CLOOTWIJCK [1100] (Jan de oude) erfde het leen van zijn vader
01-07-1539 Johan van CLOOTWIJCK [1100] droeg het leen over aan Dirck Jacobsz van Giessendam
Reywaert Adriaensz van CLOOTWIJCK [1023] geboren ca. 1415, leenheer te Almkerk overleden op 1468
zoon van Adriaan Jan Arntsz van CLOOTWIJCK [1021] (1390-1469) en van Dirkje van POLANEN [1097]
getrouwd met Willumke Willemsdr van NEDERVEEN [1024] , ex matrie Couwenhoven
1.
Op 25-8-1468 ontving Jan van Klootwijk Reinersz. [1027] bij dode van zijn vader, de volgende lenen:
- "3 morgen land in het gerecht van Almkerk aan de gracht op Klootwijk, oost: (1536: noordoost) erven Reiner van Klootwijk, west: de gemene steeg van Uppel."
- "2 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Pesserik (1560: strekkend van het leen van Jan Willemsz. tot de gemene steeg van de doorn), oost: erven, Hubert Montenz. (1560: erven Adriaan van Klootwijk], west: erven Reiner van Klootwijk (1560: Pieter van Klootwijk)."
- "3 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Nootkamp, (1560: oost: erven Adriaan van Klootwijk, west: Pieter vän Klootwijk, strekkend van de Achtersteeg tot de kinderen van Arnout Brienenz.)."
Hieruit valt te concluderen dat Reywaert Adriaensz van CLOOTWIJCK [1023] in 1468 overleden is.
Bronnen: LEENKAMER VAN EMMIKHOVEN, ALMKERK 224/2 fo. 1.
- "3 morgen land in het gerecht van Almkerk aan de gracht op Klootwijk, oost: (1536: noordoost) erven Reiner van Klootwijk, west: de gemene steeg van Uppel."
- "2 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Pesserik (1560: strekkend van het leen van Jan Willemsz. tot de gemene steeg van de doorn), oost: erven, Hubert Montenz. (1560: erven Adriaan van Klootwijk], west: erven Reiner van Klootwijk (1560: Pieter van Klootwijk)."
- "3 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Nootkamp, (1560: oost: erven Adriaan van Klootwijk, west: Pieter vän Klootwijk, strekkend van de Achtersteeg tot de kinderen van Arnout Brienenz.)."
Hieruit valt te concluderen dat Reywaert Adriaensz van CLOOTWIJCK [1023] in 1468 overleden is.
Bronnen: LEENKAMER VAN EMMIKHOVEN, ALMKERK 224/2 fo. 1.
Jan Reynaerts van CLOOTWIJCK [1027] geboren op 1440 overleden op 23-02-1519
zoon van Reywaert Adriaensz van CLOOTWIJCK [1023] (1415-1468) en van Willumke Willemsdr van NEDERVEEN [1024]
getrouwd met Elisabeth de BORCHGRAEFF [1028] dochter van (²) DIRCKS [1025] en van (²) van RIJSWIJK [1026]
1.
2.
3.
4.
Heer Gerrit Jansz [3215] , priester overleden tussen 1542 en , begraven op 1544
5.
6.
Jan (de Jonge) [3218] , heemraad in Klein-Waspik overleden voor 1616
7.
Zeger [3862] begraven te Almkerk op 1557
Op 25-8-1468 ontving Jan van Klootwijk Reinersz. [1027] bij dode van zijn vader, de volgende lenen:
- "3 morgen land in het gerecht van Almkerk aan de gracht op Klootwijk, oost: (1536: noordoost) erven Reiner van Klootwijk, west: de gemene steeg van Uppel."
- "2 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Pesserik (1560: strekkend van het leen van Jan Willemsz. tot de gemene steeg van de doorn), oost: erven, Hubert Montenz. (1560: erven Adriaan van Klootwijk], west: erven Reiner van Klootwijk (1560: Pieter van Klootwijk)."
- "3 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Nootkamp, (1560: oost: erven Adriaan van Klootwijk, west: Pieter vän Klootwijk, strekkend van de Achtersteeg tot de kinderen van Arnout Brienenz.)."
In 1520 ontving Jan [3213?] deze lenen: "Jan van Klootwijk bij dode van Jan, zijn vader"
Op 8-2-1536 gingen deze lenen weer over naar Jan van Klootwijk Reinersz. de oude bij verzuim. Deze Jan was de oudste zoon Johan [1100] van Reijwaert Jansz van CLOOTWIJCK [1098].
Heer Gerit van Clootwijck maakt op 1 april 1542 een testament op (zie Taxandria jaarg 1922/23):
Heer Gerit van Clootwijck, priester, "maekt" dan:
1. 80 schilden van 14 stuivers aan de kerk van Capelle "tot een casule (kazuifel) van blauw of rood carmosijn met een kruijs van fluweel, op welke casule zullen staan zijn vier quartieren of wapenen.
2. 100 carolusgulden aan de Heilige Geest van Capelle, "met last aan de H.G. meesters in der tijd zijnde te contribueren aan de arme mensen op zijn jaargetij 5 vaten rogge." (2 maal per jaar).
3. Begeert dat alle mensen die op zijn uitvaart wensen te komen, al waren dat er ook 800, genoeg te eten en te drinken zullen krijgen, plus een halve stuiver aan geld en een brood van een halve stuiver.
4. Begeert dat er 8 toortsen op zijn uitvaart door 8 arme jongens zullen worden gedragen en vermaakt aan elke jongen een el laken.
5. Begeert aan zwart kleed op zijn graf gelegd te hebben.
6. Verklaart dat de grond van zijn huis en schuur toebehoort aan de kerk van Capelle en dat hem vergund is om een dak te mogen timmeren. Hij vermaakt "de timmeringe van huijs en schuere" aan de kerk; en de kerkmeesters zullen dat "indertijd" mogen verhuren aan de pastoor. Daarvoor zullen de kerkmeesters doen celebreren twee maal per jaar zijn jaargetijde, "gevende den pastoor 2 stuivers, elken priester 1 stuiver, den koster 1 stuiver; en zullen 5 kaarsen stellen, elke kaars van een half pond.
7. Vermaakt het "huiske" staande op de kerkgrond Noordwaarts van de schuur, aan de armen, om drie arme mensen daarin te laten wonen, met twee bedden en toebehoren, liggende achter in de kamer. Hierop moeten toezien Adriaen Dircksz van Clootwijck (geh. m. Anneke Adriaen Jansdr) en de Oude Jan van Clootwijck (oudste zoon (Johan) van Reijwaert Jansz van Clootwijck en Elisabeth van Emmichoven).
8. Vermaakt die drie arme mensen, "om mede onderhouden te worden" drie gulden jaarlijks losrente.
9. Vermaakt "Aerien van Nerven" 50 carolusgulden; om daarmee te vereffenen "zijn recht van zijn collatie en presentatie der kerke van Capelle".
10. Vermaakt 3 gulden aan zijn arme vrienden (lees: familie) in Almkerk, om daarvan gekleed te worden.
11. Vermaakt de gilden van Onze Lieve Vrouwe, Barbara, Anna en Catharine elk een carolusgulden eenmaal, voor zijn "doodschuld".
12. Vermaakt zijn diensmaagd Bater 20 schilden boven haar huur, indien zij bij hem blijft wonen.
13. Vermaakt Backen(?) Janssen een halve libre gulden eens en zijn dagelijkse "Tabbaert zonder voeyer." (zonder voering).
14. Vermaakt de kinderen van zijn broer Dirck van Clootwijck uit diens tweede huwelijk, nl. Neelken (Cornelia), Lijsken (Elisabeth) en Adriaenken (Adriana), 4 gulden eens, "behouwelijck dat zij trouwen zullen bij haers vaders vrienden raed".
15. Maakt Nervens (Nederveens) kinderen te Vlijmen drie gulden eens voor kleren.
16. Maakt de kinderen van Mariken Willemsdr. Schut te samen 3 gulden eens.
17. Maakt Thonis, zoon van Mr. Adriaen van Strijen, een gulden voor een tabbaard.
Enz. enz.
"Gedaen in de grote kamer des testateurs huijsinge in 't dorp van Cappel in Holland gelegen onder 't gesag van Luijk, ter presentie van den genereusen ende magtigen heere Gerard de Vladeracken heere tot Geffen. Jan van Balen, priester tot Tansseldonck, Hendrick Payman van Capelle en Willem Haren Pietersz. als getuijgen hiertoe versogt ende gebeden".
Bronnen: LEENKAMER VAN EMMIKHOVEN, ALMKERK 224/2 fo. 1, 224/2 fo. Iv, 224/2 fo. IOV.
- "3 morgen land in het gerecht van Almkerk aan de gracht op Klootwijk, oost: (1536: noordoost) erven Reiner van Klootwijk, west: de gemene steeg van Uppel."
- "2 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Pesserik (1560: strekkend van het leen van Jan Willemsz. tot de gemene steeg van de doorn), oost: erven, Hubert Montenz. (1560: erven Adriaan van Klootwijk], west: erven Reiner van Klootwijk (1560: Pieter van Klootwijk)."
- "3 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Nootkamp, (1560: oost: erven Adriaan van Klootwijk, west: Pieter vän Klootwijk, strekkend van de Achtersteeg tot de kinderen van Arnout Brienenz.)."
In 1520 ontving Jan [3213?] deze lenen: "Jan van Klootwijk bij dode van Jan, zijn vader"
Op 8-2-1536 gingen deze lenen weer over naar Jan van Klootwijk Reinersz. de oude bij verzuim. Deze Jan was de oudste zoon Johan [1100] van Reijwaert Jansz van CLOOTWIJCK [1098].
Heer Gerit van Clootwijck maakt op 1 april 1542 een testament op (zie Taxandria jaarg 1922/23):
Heer Gerit van Clootwijck, priester, "maekt" dan:
1. 80 schilden van 14 stuivers aan de kerk van Capelle "tot een casule (kazuifel) van blauw of rood carmosijn met een kruijs van fluweel, op welke casule zullen staan zijn vier quartieren of wapenen.
2. 100 carolusgulden aan de Heilige Geest van Capelle, "met last aan de H.G. meesters in der tijd zijnde te contribueren aan de arme mensen op zijn jaargetij 5 vaten rogge." (2 maal per jaar).
3. Begeert dat alle mensen die op zijn uitvaart wensen te komen, al waren dat er ook 800, genoeg te eten en te drinken zullen krijgen, plus een halve stuiver aan geld en een brood van een halve stuiver.
4. Begeert dat er 8 toortsen op zijn uitvaart door 8 arme jongens zullen worden gedragen en vermaakt aan elke jongen een el laken.
5. Begeert aan zwart kleed op zijn graf gelegd te hebben.
6. Verklaart dat de grond van zijn huis en schuur toebehoort aan de kerk van Capelle en dat hem vergund is om een dak te mogen timmeren. Hij vermaakt "de timmeringe van huijs en schuere" aan de kerk; en de kerkmeesters zullen dat "indertijd" mogen verhuren aan de pastoor. Daarvoor zullen de kerkmeesters doen celebreren twee maal per jaar zijn jaargetijde, "gevende den pastoor 2 stuivers, elken priester 1 stuiver, den koster 1 stuiver; en zullen 5 kaarsen stellen, elke kaars van een half pond.
7. Vermaakt het "huiske" staande op de kerkgrond Noordwaarts van de schuur, aan de armen, om drie arme mensen daarin te laten wonen, met twee bedden en toebehoren, liggende achter in de kamer. Hierop moeten toezien Adriaen Dircksz van Clootwijck (geh. m. Anneke Adriaen Jansdr) en de Oude Jan van Clootwijck (oudste zoon (Johan) van Reijwaert Jansz van Clootwijck en Elisabeth van Emmichoven).
8. Vermaakt die drie arme mensen, "om mede onderhouden te worden" drie gulden jaarlijks losrente.
9. Vermaakt "Aerien van Nerven" 50 carolusgulden; om daarmee te vereffenen "zijn recht van zijn collatie en presentatie der kerke van Capelle".
10. Vermaakt 3 gulden aan zijn arme vrienden (lees: familie) in Almkerk, om daarvan gekleed te worden.
11. Vermaakt de gilden van Onze Lieve Vrouwe, Barbara, Anna en Catharine elk een carolusgulden eenmaal, voor zijn "doodschuld".
12. Vermaakt zijn diensmaagd Bater 20 schilden boven haar huur, indien zij bij hem blijft wonen.
13. Vermaakt Backen(?) Janssen een halve libre gulden eens en zijn dagelijkse "Tabbaert zonder voeyer." (zonder voering).
14. Vermaakt de kinderen van zijn broer Dirck van Clootwijck uit diens tweede huwelijk, nl. Neelken (Cornelia), Lijsken (Elisabeth) en Adriaenken (Adriana), 4 gulden eens, "behouwelijck dat zij trouwen zullen bij haers vaders vrienden raed".
15. Maakt Nervens (Nederveens) kinderen te Vlijmen drie gulden eens voor kleren.
16. Maakt de kinderen van Mariken Willemsdr. Schut te samen 3 gulden eens.
17. Maakt Thonis, zoon van Mr. Adriaen van Strijen, een gulden voor een tabbaard.
Enz. enz.
"Gedaen in de grote kamer des testateurs huijsinge in 't dorp van Cappel in Holland gelegen onder 't gesag van Luijk, ter presentie van den genereusen ende magtigen heere Gerard de Vladeracken heere tot Geffen. Jan van Balen, priester tot Tansseldonck, Hendrick Payman van Capelle en Willem Haren Pietersz. als getuijgen hiertoe versogt ende gebeden".
Bronnen: LEENKAMER VAN EMMIKHOVEN, ALMKERK 224/2 fo. 1, 224/2 fo. Iv, 224/2 fo. IOV.

24-03-1451 Adriaan Jan Arntsz van CLOOTWIJCK [1021] verwierf dit leen van Jan die Molenaar
11-05-1469 Jan Reynaerts [1027] erfde het leen van zijn grootvader Adriaan [1021], het leen sloeg een generatie over omdat de vader van Jan, Reywaert Adriaensz van CLOOTWIJCK [1023] al reeds overleden was.
23-02-1519 Reijwaert Jansz van CLOOTWIJCK [1098] erfde het leen van zijn vader.
07-06-1536 Johan van CLOOTWIJCK [1100] (Jan de oude) erfde het leen van zijn vader
01-07-1539 Johan van CLOOTWIJCK [1100] droeg het leen over aan Dirck Jacobsz van Giessendam
Reijwaert Jansz van CLOOTWIJCK [1098] geboren op 1470, ridder en leenvolger overleden op 07-06-1536
zoon van Jan Reynaerts van CLOOTWIJCK [1027] (1440-1519) en van Elisabeth de BORCHGRAEFF [1028]
getrouwd met Elisabeth van EMMICHOVEN [1099]
1.
2.
getrouwd (2) met (²) [3212]
In eerste instantie werd Jan Reywaertsz van Clootwijck [1007] genoemd als Jan Dircks van Clootwijck genoemd. Echter na documenten die ik kreeg van Ben van Rijswijk (www.benvanrijswijk.com) is de juiste relatie van Jan Reywaertsz (de jonge) vastgesteld.
De bewijzen staan in de zakelijke afhandeling van het overlijden van Cornelis van Rijswijck, de broer van Florentina Sweersdr van RIJSWIJCK [1008].
Op Op 8-2-1536 ontving Jan van Klootwijk Reinersz. [1100] de volgende lenen van Jan van Klootwijk [3213] bij verzuim:
- "3 morgen land in het gerecht van Almkerk aan de gracht op Klootwijk, oost: (1536: noordoost) erven Reiner van Klootwijk, west: de gemene steeg van Uppel."
- "2 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Pesserik (1560: strekkend van het leen van Jan Willemsz. tot de gemene steeg van de doorn), oost: erven, Hubert Montenz. (1560: erven Adriaan van Klootwijk], west: erven Reiner van Klootwijk (1560: Pieter van Klootwijk)."
- "3 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Nootkamp, (1560: oost: erven Adriaan van Klootwijk, west: Pieter vän Klootwijk, strekkend van de Achtersteeg tot de kinderen van Arnout Brienenz.)."
Bronnen: Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 68 fol.40v, 3-10-1554, Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 69 fol. 28, 3-10-1554, 's-Hertogenbosch, Collectie van het Rijksarchief inv. 12 fol. 19v, 3-10-1554, www.benvanrijswijk.com, LEENKAMER VAN EMMIKHOVEN, ALMKERK 224/2 fo. IOV.
De bewijzen staan in de zakelijke afhandeling van het overlijden van Cornelis van Rijswijck, de broer van Florentina Sweersdr van RIJSWIJCK [1008].
Op Op 8-2-1536 ontving Jan van Klootwijk Reinersz. [1100] de volgende lenen van Jan van Klootwijk [3213] bij verzuim:
- "3 morgen land in het gerecht van Almkerk aan de gracht op Klootwijk, oost: (1536: noordoost) erven Reiner van Klootwijk, west: de gemene steeg van Uppel."
- "2 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Pesserik (1560: strekkend van het leen van Jan Willemsz. tot de gemene steeg van de doorn), oost: erven, Hubert Montenz. (1560: erven Adriaan van Klootwijk], west: erven Reiner van Klootwijk (1560: Pieter van Klootwijk)."
- "3 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Nootkamp, (1560: oost: erven Adriaan van Klootwijk, west: Pieter vän Klootwijk, strekkend van de Achtersteeg tot de kinderen van Arnout Brienenz.)."
Bronnen: Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 68 fol.40v, 3-10-1554, Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 69 fol. 28, 3-10-1554, 's-Hertogenbosch, Collectie van het Rijksarchief inv. 12 fol. 19v, 3-10-1554, www.benvanrijswijk.com, LEENKAMER VAN EMMIKHOVEN, ALMKERK 224/2 fo. IOV.

24-03-1451 Adriaan Jan Arntsz van CLOOTWIJCK [1021] verwierf dit leen van Jan die Molenaar
11-05-1469 Jan Reynaerts [1027] erfde het leen van zijn grootvader Adriaan [1021], het leen sloeg een generatie over omdat de vader van Jan, Reywaert Adriaensz van CLOOTWIJCK [1023] al reeds overleden was.
23-02-1519 Reijwaert Jansz van CLOOTWIJCK [1098] erfde het leen van zijn vader.
07-06-1536 Johan van CLOOTWIJCK [1100] (Jan de oude) erfde het leen van zijn vader
01-07-1539 Johan van CLOOTWIJCK [1100] droeg het leen over aan Dirck Jacobsz van Giessendam

's-Hertogenbosch, Collectie van het Rijksarchief inv. 12 fol. 19v
"... van Altena doen Condt ende bekennen mits desen dat voor mij ende mannen van leen hier nae genoempt gecomen is Jan van Clootwijck Reijnautssoon als man ende kerckvoocht van Floris sweers dochter van Rijswijck ende dat naa Doode Cornelis zweers van Rijswijck haar vader ende heeft versoght ende ontfangen die ambachts heerlijcheijt van Rijswijck met dat dagelijckx gericht...."
Met dank aan Ben van Rijswijk (www.benvanrijswijk.com)
Johan van CLOOTWIJCK [1100] , leenvolger overleden ca. 1550
zoon van Reijwaert Jansz van CLOOTWIJCK [1098] (1470-1536) en van Elisabeth van EMMICHOVEN [1099]
getrouwd met Jenne van der HOOVEN [1101] , jonkvrouwe
1.
2.
Dirck [3863]
3.
Elisabeth [3864]
4.
Geertruyd [3865]
getrouwd met (²) [3866] getrouwd (2) met (²) [3867] getrouwd (3) met (²) HAGE ten [3868]
Op Op 8-2-1536 ontving Jan van Klootwijk Reinersz. [1100] de volgende lenen van Jan van Klootwijk [3213] bij verzuim:
- "3 morgen land in het gerecht van Almkerk aan de gracht op Klootwijk, oost: (1536: noordoost) erven Reiner van Klootwijk, west: de gemene steeg van Uppel."
- "2 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Pesserik (1560: strekkend van het leen van Jan Willemsz. tot de gemene steeg van de doorn), oost: erven, Hubert Montenz. (1560: erven Adriaan van Klootwijk], west: erven Reiner van Klootwijk (1560: Pieter van Klootwijk)."
- "3 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Nootkamp, (1560: oost: erven Adriaan van Klootwijk, west: Pieter vän Klootwijk, strekkend van de Achtersteeg tot de kinderen van Arnout Brienenz.)."
Op 4-2-1550 gingen deze lenen over naar Janneke van Klootwijk voor Pieter van Klootwijk Jansz., haar zoon. Was dit n.a.v. het overlijden van Jan van Klootwijk?
LEENKAMER VAN EMMIKHOVEN, ALMKERK 224/2 fo. IOV, 224/2 fo. 16v-17 en fo. 1.
- "3 morgen land in het gerecht van Almkerk aan de gracht op Klootwijk, oost: (1536: noordoost) erven Reiner van Klootwijk, west: de gemene steeg van Uppel."
- "2 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Pesserik (1560: strekkend van het leen van Jan Willemsz. tot de gemene steeg van de doorn), oost: erven, Hubert Montenz. (1560: erven Adriaan van Klootwijk], west: erven Reiner van Klootwijk (1560: Pieter van Klootwijk)."
- "3 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Nootkamp, (1560: oost: erven Adriaan van Klootwijk, west: Pieter vän Klootwijk, strekkend van de Achtersteeg tot de kinderen van Arnout Brienenz.)."
Op 4-2-1550 gingen deze lenen over naar Janneke van Klootwijk voor Pieter van Klootwijk Jansz., haar zoon. Was dit n.a.v. het overlijden van Jan van Klootwijk?
LEENKAMER VAN EMMIKHOVEN, ALMKERK 224/2 fo. IOV, 224/2 fo. 16v-17 en fo. 1.

24-03-1451 Adriaan Jan Arntsz van CLOOTWIJCK [1021] verwierf dit leen van Jan die Molenaar
11-05-1469 Jan Reynaerts [1027] erfde het leen van zijn grootvader Adriaan [1021], het leen sloeg een generatie over omdat de vader van Jan, Reywaert Adriaensz van CLOOTWIJCK [1023] al reeds overleden was.
23-02-1519 Reijwaert Jansz van CLOOTWIJCK [1098] erfde het leen van zijn vader.
07-06-1536 Johan van CLOOTWIJCK [1100] (Jan de oude) erfde het leen van zijn vader
01-07-1539 Johan van CLOOTWIJCK [1100] droeg het leen over aan Dirck Jacobsz van Giessendam
Pieter van CLOOTWIJCK [1102] geboren te Dordrecht ca. 1530, leenvolger, schout overleden op 12-12-1598
zoon van Johan van CLOOTWIJCK [1100] (-1550) en van Jenne van der HOOVEN [1101]
getrouwd met Margriet HEYS [1103] , jonkvrouw overleden te Geertruidenberg op 1593
1.
Johan [1104] geboren op 1553 overleden op 1574
2.
3.
4.
Dierck [4354] overleden te Gorinchem op 1608
5.
6.
Een beschrijving van de grafzerk uit de Kerk van Geertruidenberg:
Zerk 12: (ca 140x260 cm.) (href=1102ft01.gif)
Opschrift: "Hier leyt begrave(n) Pieter van Clootwijk Jansoon in sijnen leve(n) schouteth borgemeester deser stede oick rentm(eeste)r over de domeynen va(n) Oisterhout, Donghe(n), Gheertruyden Berghe ende de visscherijen aldaer mitsgaders dijckgrave(n) slants van Altenae en sterf opte(n) 8 Augusti an(n)o 1596 ende Margareta Heys Wouters dochter zijne huysvrouwe sterf opte 16 Novembris 1594".
Afbeelding: Twee wapens onder ‚‚n helm, helmteken het schild van wapen 1 tussen een vlucht.
Wapen 1: een dwarsbalk, vergezeld van vijftien bollen beneden de balk geplaatst 5,4,3,2,1.
Wapen 2: in ruitvorm gedeeld (wapen Godschalck Heys), 1. een dorre uitgerukte boom, boven in de boom zitten drie vogels. 2. een wassenaar, vergezeld van drie vogels. (met dank aan J.J.A. de Hoogh)
Ook volgens van Hoogh: Pieter was Schepen in 1567, 1568. Burgemeester in 1570, 1571 (in 1571 voortvluchtig vanwege zijn protestante religie); schout in 1573-1589 en 1593-1596. Rentmeester van de domeinen van de prins van Oranje onder Oosterhout, Dongen en Geertruidenberg en van de visserij in de Grote Waard. Dijkgraaf van het land van Altena. Overleden 8 aug. 1596. Hij woonde ter plaatse van de vroegere Marktkazerne. Huwde ca 1550 Margaretha Heys, dochter van Wouter Mathijsz. Heys en Mariken Peters, overleden 16 nov. 1594.
In 1577 verkoopt Pieter een "huijs ende erve" aan Mari Jacobs Bont (href=htm/1102.htm).
Bronnen: "Heraldiek in Geertruidenberg" van J.J.A. de Hoogh.
Zerk 12: (ca 140x260 cm.) (href=1102ft01.gif)
Opschrift: "Hier leyt begrave(n) Pieter van Clootwijk Jansoon in sijnen leve(n) schouteth borgemeester deser stede oick rentm(eeste)r over de domeynen va(n) Oisterhout, Donghe(n), Gheertruyden Berghe ende de visscherijen aldaer mitsgaders dijckgrave(n) slants van Altenae en sterf opte(n) 8 Augusti an(n)o 1596 ende Margareta Heys Wouters dochter zijne huysvrouwe sterf opte 16 Novembris 1594".
Afbeelding: Twee wapens onder ‚‚n helm, helmteken het schild van wapen 1 tussen een vlucht.
Wapen 1: een dwarsbalk, vergezeld van vijftien bollen beneden de balk geplaatst 5,4,3,2,1.
Wapen 2: in ruitvorm gedeeld (wapen Godschalck Heys), 1. een dorre uitgerukte boom, boven in de boom zitten drie vogels. 2. een wassenaar, vergezeld van drie vogels. (met dank aan J.J.A. de Hoogh)
Ook volgens van Hoogh: Pieter was Schepen in 1567, 1568. Burgemeester in 1570, 1571 (in 1571 voortvluchtig vanwege zijn protestante religie); schout in 1573-1589 en 1593-1596. Rentmeester van de domeinen van de prins van Oranje onder Oosterhout, Dongen en Geertruidenberg en van de visserij in de Grote Waard. Dijkgraaf van het land van Altena. Overleden 8 aug. 1596. Hij woonde ter plaatse van de vroegere Marktkazerne. Huwde ca 1550 Margaretha Heys, dochter van Wouter Mathijsz. Heys en Mariken Peters, overleden 16 nov. 1594.
In 1577 verkoopt Pieter een "huijs ende erve" aan Mari Jacobs Bont (href=htm/1102.htm).
Bronnen: "Heraldiek in Geertruidenberg" van J.J.A. de Hoogh.

CLOOTWIJCK (Pieter van), zoon van Johan van Clootwijck en Jenne van der Hooven, geb. te Dordrecht, nam in 1573 de stad Geertruidenberg met hulp van den luitenant-generaal Poyet bij verrassing voor den prins van Oranje in. Later werd hij aangesteld tot schout dier stad.
Zie: Balen, Beschr. van Dordr. 114; van Nuyssenburg, Korte Beschr. van Geertruidenberg 39, noot 42; Schotel, Kerk. Dordr. I, 73.
van Dalen

"Peter van Clootwijck Schouteth dezer Stede geeft ende vrij
Mari Jacobs dochter weduwe wijlen Adriaen Jans
Bont Een huijs ende erve staende ten Luciastraetken tuschen
der Statwech noort , Sebastiaen Joosten erve oostwaerts ,
de voorn(oemde) peter van Clootwijck huijs ofte schuer zuijtwaerts
ende Luciastraetken west ......"

Zerk 12: (ca 140x260 cm.)
Opschrift: "Hier leyt begrave(n) Pieter van Clootwijk Jansoon in sijnen leve(n) schouteth borgemeester deser stede oick rentm(eeste)r over de domeynen va(n) Oisterhout, Donghe(n), Gheertruyden Berghe ende de visscherijen aldaer mitsgaders dijckgrave(n) slants van Altenae en sterf opte(n) 8 Augusti an(n)o 1596 ende Margareta Heys Wouters dochter zijne huysvrouwe sterf opte 16 Novembris 1594".
Afbeelding: Twee wapens onder ‚‚n helm, helmteken het schild van wapen 1 tussen een vlucht.
Wapen 1: een dwarsbalk, vergezeld van vijftien bollen beneden de balk geplaatst 5,4,3,2,1.
Wapen 2: in ruitvorm gedeeld (wapen Godschalck Heys), 1. een dorre uitgerukte boom, boven in de boom zitten drie vogels. 2. een wassenaar, vergezeld van drie vogels. (met dank aan J.J.A. de Hoogh)
12-12-1598 Leenboeken van Altena Collectie van het Rijksarchief Noord Brabant, inv. nr. 17
"20.94 Die hoffstadt van Emmichoven, een huijs ende gezaat mit twee margen lants gelegen inden gerechte van Emmichiven, daer die gemeene straet es gelegen aen die oostsijde, ende Jans erve van Vijsholl aen de westsijde.
Comparut ende verlijt Maria van Outheusden, patet opden register vande denombremente fol. XLV.
Pieter van Clootwijck [1102], schoudt van St. Geertruijdenbergh die hoffstadt van Ruijchoven mette after leenen, ende is groot twee margen vier hont lants, ende die zwaanendrift mit drie paer oude swaanen inden lande van Althena binnen ende buyten dijcx. Hem verlijt den XXIIII augustij 1593 uijt crachte van seeckere brieven van drecreete van den hove van Hollandt libro hooge Ot. B. fol. 175 verso.
Verlijt Govert van Clootwijck [3869] bij doode van Pieter van Clootwijck [1102] voorsz. sijnen vader den XII december 1598. libro hooge Ot. C. fol. 186
en idem den VIII junij 1608 Verlijt Francois van Clootwijck [3873] bijden overlijden van Govert van Clootwijck [3869]. patet libro hooge Ot. D. fol. LXII."
Hier zien we het beschreven leen overgaan van vader naar zoon, naar kleinzoon. Hieruit kunnen we de volgende overlijdensdata concluderen:
Pieter van Clootwijck [1102] op 12 december 1598
Govert van Clootwijck [3869] op 8 juni 1608
"20.94 Die hoffstadt van Emmichoven, een huijs ende gezaat mit twee margen lants gelegen inden gerechte van Emmichiven, daer die gemeene straet es gelegen aen die oostsijde, ende Jans erve van Vijsholl aen de westsijde.
Comparut ende verlijt Maria van Outheusden, patet opden register vande denombremente fol. XLV.
Pieter van Clootwijck [1102], schoudt van St. Geertruijdenbergh die hoffstadt van Ruijchoven mette after leenen, ende is groot twee margen vier hont lants, ende die zwaanendrift mit drie paer oude swaanen inden lande van Althena binnen ende buyten dijcx. Hem verlijt den XXIIII augustij 1593 uijt crachte van seeckere brieven van drecreete van den hove van Hollandt libro hooge Ot. B. fol. 175 verso.
Verlijt Govert van Clootwijck [3869] bij doode van Pieter van Clootwijck [1102] voorsz. sijnen vader den XII december 1598. libro hooge Ot. C. fol. 186
en idem den VIII junij 1608 Verlijt Francois van Clootwijck [3873] bijden overlijden van Govert van Clootwijck [3869]. patet libro hooge Ot. D. fol. LXII."
Hier zien we het beschreven leen overgaan van vader naar zoon, naar kleinzoon. Hieruit kunnen we de volgende overlijdensdata concluderen:
Pieter van Clootwijck [1102] op 12 december 1598
Govert van Clootwijck [3869] op 8 juni 1608

getrouwd met Henrica van DOMMELEN [1106] , jonkvrouwe overleden op 08-02-1637
1.
Jasper [8747] geboren te Geertruidenberg ca. 1580, rentmeester N.Beverland
getrouwd met (²) van LODENSTEYN [8748]
2.
3.
Margaretha [1108] overleden op 30-07-1662
ondertr. te Delft op 23-04-1606 met Jakobus VALLENSIS [1110] , medicijn van Frederik Hendrik overleden op 14-02-1644 getrouwd (2) met (²) van der GOES [3876] zoon van (²) van der GOES [3877] en van (²) KEYNOGE [3878]
4.
5.
Jenneken [6433] gedoopt te Dordrecht op 03-1594

Volgens J.J.A. de Hoogh: Schepen in 1599, 1603, 1604, 1608, 1609. Burgemeester 1600-1602, 1605-1607, 1610, 1611. Rentmeester van de domeinen van Geertruidenberg van de prins en diens Visserij in de Grote waard (1586-1611). Hij bewoonde het woonhuis van zijn vader, eigenaar van het slotje Brakestein te Oosterhout, overleden 3 febr. 1611, huwde Hendrica van Drimmelen Jaspers-dochter, overleden 8 febr. 1637 (meerdere kinderen).
De dochter Jenneken zou dezelfde kunnen zijn als de NN die gehuwd was met Petrus Philips van LANSBERGEN.
Het is heel goed mogelijk dat Jasper van Clootwijck, rentmeester, die huwde met Petronelle Jansdr. van Lodensteyn, ook een zoon was van Mathijs van CLOOTWIJCK [1105]. Dit moet echter nog nagezocht worden.
Margrieta/Margaretha was op 8 mei 1646 te Delft getuige bij de doop van Jacob Vallensis, zoon van Theodurus Vallensis en Agatha van Beresteijn.
Bronnen: "Het verleden dat aan Oosterhout voorbijging, Oosterhout 1997" en Heraldiek in Geertruidenberg (J.J.A. de Hoogh), D Dordrecht 1594.

Johan van CLOOTWIJCK [1107] geboren op 1585, leenvolger overleden op 1625
zoon van Mathijs van CLOOTWIJCK [1105] (1555-1611) en van Henrica van DOMMELEN [1106] (-1637)
getrouwd met Kornelia Willemsdr de BEVER [1112] geboren op 1587 overleden op 1626
1.
Matthijs [1113] geboren te Geertruidenberg op 07-07-1613, dichter, heer van Clootwijck
, volgt XIIIa.
2.
Emerentia [3880]
3.

ca. 00-00-1651 met Deborah SPRONSEN [3879]
1.
Adriaan Victor [6511]
2.
Johan Jacob [6512]
3.
Daniel [6513]
Matthijs [1113] voerde het wapen van de Merwede weer. Het vermoeden bestaat dat deze Matthijs [1113] dezelfde is als Matthijs van de Merwede, heer van Clootwijck, die als dichter van 1647 en 1650 Rome bezocht. In 1651 publiceerde deze Matthijs zijn "Uyt-heemsen oorlog, ofte Roomsche min-triomfen". Deze bundel staat vol met erotische gedichten en werd zelfs in de provincie Utrecht verboden.
Een gedicht uit deze bundel:
't Is niet om haar brand te blussen,
Dat mijn Kind mijn stuit gaat kussen;
't Spijsde nooit haar geil gebrek
Dat zij mij beet in de nek.
Zij en neigde nooit haar lippen
Naar het huisraad van mijn slippen,
Slechts om 't zoenen van de mast,
Die op hare koker past.
Nee, zij wil wat anders smaken
Nee, mijn kind wil noten kraken:
Om de minne van de smeer
Likt de kat de kandeleer.
Een gedicht uit deze bundel:
't Is niet om haar brand te blussen,
Dat mijn Kind mijn stuit gaat kussen;
't Spijsde nooit haar geil gebrek
Dat zij mij beet in de nek.
Zij en neigde nooit haar lippen
Naar het huisraad van mijn slippen,
Slechts om 't zoenen van de mast,
Die op hare koker past.
Nee, zij wil wat anders smaken
Nee, mijn kind wil noten kraken:
Om de minne van de smeer
Likt de kat de kandeleer.


Govert van CLOOTWIJCK [3869] overleden op 08-06-1608
zoon van Pieter van CLOOTWIJCK [1102] (1530-1598) en van Margriet HEYS [1103] (-1593)
getrouwd met (²) BACX [3872]
1.
Francois [3873] , Rentmeester domijnen
2.
Pieter [3874] geboren te Dordrecht
ondertr. te Geertruidenberg op 12-04-1638 getrouwd te Geertruidenberg op 15-05-1638 met Dingena SWAEN [3875] geboren te Geertruidenberg
Volgens J.J.A. de Hoogh: Govaert was Rentmeester van de geestelijke goederen in de Baronie van Breda, bewoonde het huis "den Gulden Valck (thans Markt 17), dat hij erfde van zijn schoonvader, overleden voor 1605. Hij huwde Maria Bacx, dochter van Johan Back Fransz. (ontvanger-generaal van de Prins van Oranje)
Bronnen: T prot Geertruidenberg 1614-1648 en "Heraldiek in Geertruidenberg" van J.J.A de Hoogh.
Bronnen: T prot Geertruidenberg 1614-1648 en "Heraldiek in Geertruidenberg" van J.J.A de Hoogh.
12-12-1598 Leenboeken van Altena Collectie van het Rijksarchief Noord Brabant, inv. nr. 17
"20.94 Die hoffstadt van Emmichoven, een huijs ende gezaat mit twee margen lants gelegen inden gerechte van Emmichiven, daer die gemeene straet es gelegen aen die oostsijde, ende Jans erve van Vijsholl aen de westsijde.
Comparut ende verlijt Maria van Outheusden, patet opden register vande denombremente fol. XLV.
Pieter van Clootwijck [1102], schoudt van St. Geertruijdenbergh die hoffstadt van Ruijchoven mette after leenen, ende is groot twee margen vier hont lants, ende die zwaanendrift mit drie paer oude swaanen inden lande van Althena binnen ende buyten dijcx. Hem verlijt den XXIIII augustij 1593 uijt crachte van seeckere brieven van drecreete van den hove van Hollandt libro hooge Ot. B. fol. 175 verso.
Verlijt Govert van Clootwijck [3869] bij doode van Pieter van Clootwijck [1102] voorsz. sijnen vader den XII december 1598. libro hooge Ot. C. fol. 186
en idem den VIII junij 1608 Verlijt Francois van Clootwijck [3873] bijden overlijden van Govert van Clootwijck [3869]. patet libro hooge Ot. D. fol. LXII."
Hier zien we het beschreven leen overgaan van vader naar zoon, naar kleinzoon. Hieruit kunnen we de volgende overlijdensdata concluderen:
Pieter van Clootwijck [1102] op 12 december 1598
Govert van Clootwijck [3869] op 8 juni 1608
"20.94 Die hoffstadt van Emmichoven, een huijs ende gezaat mit twee margen lants gelegen inden gerechte van Emmichiven, daer die gemeene straet es gelegen aen die oostsijde, ende Jans erve van Vijsholl aen de westsijde.
Comparut ende verlijt Maria van Outheusden, patet opden register vande denombremente fol. XLV.
Pieter van Clootwijck [1102], schoudt van St. Geertruijdenbergh die hoffstadt van Ruijchoven mette after leenen, ende is groot twee margen vier hont lants, ende die zwaanendrift mit drie paer oude swaanen inden lande van Althena binnen ende buyten dijcx. Hem verlijt den XXIIII augustij 1593 uijt crachte van seeckere brieven van drecreete van den hove van Hollandt libro hooge Ot. B. fol. 175 verso.
Verlijt Govert van Clootwijck [3869] bij doode van Pieter van Clootwijck [1102] voorsz. sijnen vader den XII december 1598. libro hooge Ot. C. fol. 186
en idem den VIII junij 1608 Verlijt Francois van Clootwijck [3873] bijden overlijden van Govert van Clootwijck [3869]. patet libro hooge Ot. D. fol. LXII."
Hier zien we het beschreven leen overgaan van vader naar zoon, naar kleinzoon. Hieruit kunnen we de volgende overlijdensdata concluderen:
Pieter van Clootwijck [1102] op 12 december 1598
Govert van Clootwijck [3869] op 8 juni 1608
Jan Reywaertsz van CLOOTWIJCK [1007] geboren ca. 1515, ambachtsheer van Rijswijk overleden ca. 1561
zoon van Reijwaert Jansz van CLOOTWIJCK [1098] (1470-1536) en van Elisabeth van EMMICHOVEN [1099]
ca. 00-00-1540 met Florentina Sweersdr van RIJSWIJCK [1008] geboren ca. 1525 overleden ca. 1559 dochter van Sweer van RIJSWIJCK [5835] (1505-1542) en van Aleid SWAN [5836]
1.
Cornelis Jansz. [5837] geboren ca. 1545 overleden na 1577
2.
3.
Maricken Jansd. [5838] geboren ca. 1545
Bronnen: Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 68 fol.40v, 3-10-1554, Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 69 fol. 28, 3-10-1554, 's-Hertogenbosch, Collectie van het Rijksarchief inv. 12 fol. 19v, 3-10-1554, www.benvanrijswijk.com.

's-Hertogenbosch, Collectie van het Rijksarchief inv. 12 fol. 19v
"... van Altena doen Condt ende bekennen mits desen dat voor mij ende mannen van leen hier nae genoempt gecomen is Jan van Clootwijck Reijnautssoon als man ende kerckvoocht van Floris sweers dochter van Rijswijck ende dat naa Doode Cornelis zweers van Rijswijck haar vader ende heeft versoght ende ontfangen die ambachts heerlijcheijt van Rijswijck met dat dagelijckx gericht...."
Met dank aan Ben van Rijswijk (www.benvanrijswijk.com)
Assueer van CLOOTWIJCK [1009] geboren ca. 1545 overleden op 1633
zoon van Jan Reywaertsz van CLOOTWIJCK [1007] (1515-1561) en van Florentina Sweersdr van RIJSWIJCK [1008] (1525-1559)
1.
Judith [1011]
getrouwd met (²) STOUT [1014] zoon van (²) STOUT [3433] en van (²) [3434] getrouwd (2) met (²) PANNEKEN [1015]
2.
3.
Elisabeth [1013]
getrouwd met (²) BAYENS [1017] zoon van (²) BAYENS [3437] en van (²) van de VELDE [3438]
4.
Aeilken [3439] geboren te Zaltbommel
getrouwd te Zaltbommel op 20-10-1616 met Anthonis Bruijstensz van WIJCK [3440] geboren ca. 1590, leenman en schepen Poederoijen overleden na 1649 zoon van Bruijsten Claesz van WIJCK [3441]
De gegevens zijn voornamelijk gehaald uit 'tussen Voorn en Loevestein en uit opgaven van Dhr. Kilwinger van Wijck uit Utrecht.
Huybert van CLOOTWIJCK [1012] , schepen van Hedel overleden op 05-06-1653
zoon van Assueer van CLOOTWIJCK [1009] (1545-1633) en van (²) ROELOFS [1010]
getrouwd met Lysbeth van de STEGHE [1016] , uit Hedel dochter van (²) van de STEGHE [3435] en van (²) de GOEY [3436]
1.
Assueer van CLOOTWIJCK [1018] geboren ca. 1628 overleden te Driel op 05-05-1687
zoon van Huybert van CLOOTWIJCK [1012] (-1653) en van Lysbeth van de STEGHE [1016]
getrouwd met Mettien Jans van AELST [1019]
1.
2.
Jan [3806] gedoopt te Kerkdriel op 18-01-1663
3.
Eelken [3807] gedoopt te Kerkdriel op 25-05-1674
getrouwd (2) te Driel op 25-01-1685 met Johanna de COCK [3808] geboren te Driel
De gegevens van het huwelijk van Huijbert van Clootwijck en Anna van Maren komen uit 'Kwartierstaten Alblasserwaard' van de Hist. Uitgeverij Rotterdam. Het is nog niet zeker dat Eelken echt een dochter is van Assueer, in de DTB transcriptie staan een vraagteken bij Eelken.
Bronnen: DTB Driel boek 531 RA Arnhem, Gens Nostra XX 1965.
Bronnen: DTB Driel boek 531 RA Arnhem, Gens Nostra XX 1965.
Huijbert van CLOOTWIJCK [1020] gedoopt te Kerkdriel op 29-08-1658 begraven te Driel op 05-09-1724
zoon van Assueer van CLOOTWIJCK [1018] (1628-1687) en van Mettien Jans van AELST [1019]
ondertr. te Driel op 27-12-1695 getrouwd te Driel op 12-01-1696 met Anna van MAREN [3424] geboren te Driel , gedoopt te Zaltbommel op 13-05-1663, wed. van Herman van Lith overleden na 02-04-1716 dochter van Adriaan van MAREN [3425] en van Catharina Theodora FONCK [3426]
1.
Assuerus [3809] gedoopt te Kerkdriel op 02-11-1696 begraven te Driel op 01-10-1748
getrouwd te Kerkdriel op 18-05-1731 met Josina Maurize [3811] , JD van Wel
2.
Bronnen: DTB Driel, boek 531 RA Arnhem, DTB Ger. Gem 1711-1811.
Theodorus van CLOOTWIJCK [3810] gedoopt te Kerkdriel op 11-02-1703 begraven te Driel op 21-12-1763
zoon van Huijbert van CLOOTWIJCK [1020] (1658-1724) en van Anna van MAREN [3424] (1663-1716)
getrouwd te Driel met Jacoba SPRUIT [3812] begraven te Driel op 29-08-1753
1.
Huibert Willem [3813] gedoopt te Driel op 18-10-1750 begraven te Driel op 23-06-1758
2.
Willem Jacob [3814] gedoopt te Driel op 02-04-1752
3.
Jacoba Catharina [3815] gedoopt te Driel op 26-08-1753 overleden te Driel op 08-10-1781
, volgt XVa.
Op 22-11-1752 is er te Driel "een kind van Clootwijck" begraven. Dit zou dus Willem Jacob kunnen zijn.
Bronnen: DTB RA Arnhem.
Bronnen: DTB RA Arnhem.
Jacoba Catharina van CLOOTWIJCK [3815] gedoopt te Driel op 26-08-1753 overleden te Driel op 08-10-1781
zoon van Theodorus van CLOOTWIJCK [3810] (1703-1763) en van Jacoba SPRUIT [3812] (-1753)
getrouwd te Rossum op 26-08-1772 met Dirck van DOCKUM [3816] geboren te Rossum op 20-09-1744, graankoper te Driel, schepen overleden te Driel op 18-11-1831 dochter van Hermanus van DOCKUM [5270] en van Elisabeth van EVERDINGEN [5271]
1.
Elisabeth Adriana Maria van DOCKUM [4037] geboren te Driel op 30-04-1773, jong overleden
2.
Theodorus CLOOTWIJCK van DOCKUM [3817] geboren te Driel op 17-11-1774, gedoopt te Driel op 20-11-1774, 1e Klerk Commissariaat der overleden te Den Haag ca. 1807
, volgt XVIa.
3.
Hermanus KLOOTWIJK [3818] geboren te Driel op 22-08-1776, gedoopt te Driel op 25-08-1776, boekhouder overleden te Den Haag op 05-02-1813
getrouwd te Den Haag op 24-05-1807 met Marianne Judoca REESE [4038] geboren te Budel op 29-04-1779 overleden te Den Haag op 30-04-1839
4.
Bejala Louisa KLOOTWIJK [3819] geboren te Driel op 26-03-1778, gedoopt te Driel op 29-03-1778 overleden te Driel op 03-07-1838
De kinderen van Jacoba Catharina zijn aangegeven als "KLOOTWIJK" ondanks dat de vader Dirk van Dockum was. Later wordt de naam CLOOTWIJK van DOCKUM gebruikt.
Bij het overlijden van Dirck van Dockum is er ook nog sprake van weduwnaar van Kornelia Elisabeth Ghijbben. Dirck is dus tweemaal gehuwd geweest.
Bij het overlijden had Bejala weer de achternaam van Dockum.
Bronnen: DTB RA Arnhem, huw datum volgens GSU, Ned Patriciaat, BS Driel ovl 1831-105, 1838-41.
Bij het overlijden van Dirck van Dockum is er ook nog sprake van weduwnaar van Kornelia Elisabeth Ghijbben. Dirck is dus tweemaal gehuwd geweest.
Bij het overlijden had Bejala weer de achternaam van Dockum.
Bronnen: DTB RA Arnhem, huw datum volgens GSU, Ned Patriciaat, BS Driel ovl 1831-105, 1838-41.
1913 Bij het overlijden van Hermanus KLOOTWIJK [3818], zoon van Jacoba Catharina van CLOOTWIJCK [3815] (1753-1781) en van Dirck van DOCKUM [3816] (1744-1831), wordt Hermanus weer "van Dockum" genoemd.
Theodorus CLOOTWIJCK van DOCKUM [3817] geboren te Driel op 17-11-1774, gedoopt te Driel op 20-11-1774, 1e Klerk Commissariaat der overleden te Den Haag ca. 1807
zoon van Jacoba Catharina van CLOOTWIJCK [3815] (1753-1781) en van Dirck van DOCKUM [3816] (1744-1831)
getrouwd te Den Haag op 26-10-1800 met Margaretha Agatha BRONDGEEST [4039] geboren te Rotterdam op 08-03-1784 overleden te Den Haag op 28-05-1853 dochter van Josephus BRONDGEEST [4040] en van Barbara KOCKERS [4041]
1.
Dirck Joseph CLOOTWIJK van DOCKUM [4042] geboren te Den Haag op 03-03-1802, ambtenaar der Directe Belast. overleden te Hoge en Lage Zwaluwe op 19-04-1868
getrouwd te Hoge en Lage Zwaluwe op 21-11-1841 met Cornelia Catrina HOFMAN [4043] gedoopt te Zevenbergen op 20-02-1803 overleden te Hoge en Lage Zwaluwe op 18-01-1889 dochter van Cornelis HOFMAN [4044] en van Catrina de BEER [4045]
Bij het huwelijk van Dirk en Cornelia worden de namen Derk Joseph Clootwijck van Dockum en Cornelia Hofman gebruikt. Ook heet de moeder van de bruid hier Margaretha Agatha Brandgast.
Bronnen: Ned. Patriciaat, BS huw Hooge en Lage Zwaluwe 1841-28.
Bronnen: Ned. Patriciaat, BS huw Hooge en Lage Zwaluwe 1841-28.
Dirck Jans van CLOOTWIJCK [1029] geboren op 1479, schout/heemraad 's-Grevelduin overleden ca. 1530
zoon van Jan Reynaerts van CLOOTWIJCK [1027] (1440-1519) en van Elisabeth de BORCHGRAEFF [1028]
getrouwd met (²) van der VELDE [1030]
1.
Adriaen Dircks [1031] , schout van Capelle(1542) overleden tussen 10-1556 en , begraven op 14-06-1557
, volgt IXc.
2.
Antonia Dircksdr [3220]
3.
Claes Dircksz [3222] , (kinderloos) overleden voor 26-11-1531
getrouwd (2) met Geertruyt Jan Doedijnsdr [3219] overleden na 09-10-1571
1.
Jan [3223] , secretaris van Capelle overleden tussen 1550 en , begraven op 1556
2.
3.
Elisabeth Dircksdr [3226] overleden na 1601
getrouwd met Cornelis Aertsz van ROSENDAEL [3227] overleden tussen 1572 en , begraven op 1585
4.
Adriana Dircksdr [3228] geboren ca. 1528, waardin overleden voor 1594
getrouwd met (²) van VEEN [3229] ca. 00-00-1564 met Claes Cornelisz COELEVER [3230]
Adriaen Dircks van CLOOTWIJCK [1031] , schout van Capelle(1542) overleden tussen 10-1556 en , begraven op 14-06-1557
zoon van Dirck Jans van CLOOTWIJCK [1029] (1479-1530) en van (²) van der VELDE [1030]
getrouwd met Anneke Adriaen Jansdr [1032] overleden na 10-12-1557
1.
Adriaen Adriaensz [3238] , schout van Zuidewijn-Capelle overleden voor 01-10-1615
voor 05-09-1577 met Marike Adriaensdr (de Jonge) van CAMPEN [3239] overleden voor 08-04-1616 dochter van (²) [3883] en van (²) [3884]
2.
3.
Aleijt Adriaensdr [3240] overleden voor 1616
getrouwd met Gijsbert Claesz van HOUWENINGEN [3241] overleden na 16-06-1617 zoon van (²) [3242] en van (²) [3243]
4.
22-4-1617 Boedelscheiding tusschen de erfgenamen van Marike Adriaen Thoniss. De Jonge huisvrouw van Adriaen Adriaens van Clootwijck in leven schout van desen ambacht, zijnde Antonis Adriaens de Jonge, Adriaenke Adriaens wed. Dirk van Clootwijck, Janneke Adriaens wed. Adriaen Peters en Anneke Adriaens huisvrouw van Peeter Geerit Andriesz. Schout van Zuidewijn.
Genoemd worden nog de mede-erfgenamen Geertruyt Adriaens wed. wed. Jan Hendriks van der Vegt, en Aenke Martens de moeder der erfgenamen (Zuidewijn-Capelle RA nr 13)
Genoemd worden nog de mede-erfgenamen Geertruyt Adriaens wed. wed. Jan Hendriks van der Vegt, en Aenke Martens de moeder der erfgenamen (Zuidewijn-Capelle RA nr 13)
Dirck Adriaensz van CLOOTWIJCK [1033] , schout en Heilige-Geestmeester overleden voor 11-10-1616
zoon van Adriaen Dircks van CLOOTWIJCK [1031] (-1556) en van Anneke Adriaen Jansdr [1032] (-1557)
1.
Adriaan "de Oude" [3246] geboren te Capelle ca. 1576, secr. en schout Zuidewijn-Cap. overleden voor 1631
, volgt XId.
2.
3.
Peterken Dircksdr [3248] overleden tussen 1614 en , begraven op 1616
getrouwd te Capelle op 08-05-1611 met Ds. Timotheus WICKENTOORN [3249] geboren te Hoorn op 1585 overleden te Mijnsherenland op 28-05-1632
4.
5.
Adriaan "de Oude" van CLOOTWIJCK [3246] geboren te Capelle ca. 1576, secr. en schout Zuidewijn-Cap. overleden voor 1631
zoon van Dirck Adriaensz van CLOOTWIJCK [1033] (-1616) en van Aenke Adriaensdr van CAMPEN [1034]
ondertr. te 's-Grevelduin op 23-04-1617 met Anneke TIELEMANS [4046] geboren te Vrijhoeven ca. 1585 overleden te Capelle op 06-10-1669
1.
Dirck [4047] gedoopt te 's-Grevelduin op 15-02-1618
2.
Aentken [4048] gedoopt te 's-Grevelduin op 15-02-1618
3.
Adriaen [4049] geboren te 's-Grevelduin op 01-12-1619, gedoopt te 's-Grevelduin op 07-12-1619
4.
Anneke [4050] gedoopt te 's-Grevelduin op 16-01-1622
5.
Adriaen Dirksz "de Oude" was in 1612 secretaris en schout in Zuidewijn-Capelle en woonde op de Nieuwevaart.
's-Gerevlduin-Capelle R62, fol 80, 6-5-1631: Afscheit tusschen de weduwe ende kijnderen van Adriaen Dircksz van Clootwijck den Ouden.
N.A. `S-Gravenhage 643, fol. 15, 28-11-1668: Copie van testament in 's-Grevelduin-Capelle R66, fol.19v: Verklaring door dhr Suidewijn van Nijssen.... ten verzoeke van Johan Seijlmans, schout te Waspik dat hij heeft gekend: Dirck Adriaenszn. van Clootwijck, gehuwd met Aentien Adriaens van Campen, waaruit: Adriaen Dirckszn. van Clootwijck, secrtetaris van Suijdewijn gehuwd met Anna Tielmans, waaruit een dochter genaemd Adriaentken Adriaensdr. van Clootwijck, tegenwoordig gehuwd met Jan Seijlmans, bovengenoemd, die te samen hebben verwekt een zoon Adriaen van Clootwijck, geseijt Seijlmans. Verder vermeld een Jan Dirckszn. van Clootwijck, zijn neef, die een zoon was van Dirck Dirckszn en een kleinzoon van Dirck Adriaenszn van Clootwijck. Dirck Dirckszn. van Clootwijck was een broer van Adriaen Dirckszn. van Clootwijck.
Bronnen: D 's-Grev 1610-1625, 1626-1644, Taxatie Collaterale Successie 1610-1625 en opgave Piet Sanders.
's-Gerevlduin-Capelle R62, fol 80, 6-5-1631: Afscheit tusschen de weduwe ende kijnderen van Adriaen Dircksz van Clootwijck den Ouden.
N.A. `S-Gravenhage 643, fol. 15, 28-11-1668: Copie van testament in 's-Grevelduin-Capelle R66, fol.19v: Verklaring door dhr Suidewijn van Nijssen.... ten verzoeke van Johan Seijlmans, schout te Waspik dat hij heeft gekend: Dirck Adriaenszn. van Clootwijck, gehuwd met Aentien Adriaens van Campen, waaruit: Adriaen Dirckszn. van Clootwijck, secrtetaris van Suijdewijn gehuwd met Anna Tielmans, waaruit een dochter genaemd Adriaentken Adriaensdr. van Clootwijck, tegenwoordig gehuwd met Jan Seijlmans, bovengenoemd, die te samen hebben verwekt een zoon Adriaen van Clootwijck, geseijt Seijlmans. Verder vermeld een Jan Dirckszn. van Clootwijck, zijn neef, die een zoon was van Dirck Dirckszn en een kleinzoon van Dirck Adriaenszn van Clootwijck. Dirck Dirckszn. van Clootwijck was een broer van Adriaen Dirckszn. van Clootwijck.
Bronnen: D 's-Grev 1610-1625, 1626-1644, Taxatie Collaterale Successie 1610-1625 en opgave Piet Sanders.

Transcriptie:
den 23. Aprill Arianen diericxzn van Clootwijck jonggezell van Cappell met Anneken
Tilmansd. jonge dochter uijt de Vrijhoeven.

Transcriptie:
den 15 februarij: Ariaen van Clootwijck: Anneken Tielmansd : dirick ende aenken;
Leijsgen Peters: maicken Jochanns: met Jan Thielmanszoon
Bron: Bron: doop-, trouw- en begraafboek, Deel: Sprang_Capelle17, Periode: 1610-1625, Dopen en trouwen (Nederduits gereformeerde gemeente).

te 's Grevelduin-Capelle.
Transcriptie:
Den 1e decemb. Adrian direcxsen clootwijck ende Anneken Tijlemans
ouders, tkijnt Adriaen, getuijgen Jans Wouters ende
Jan Dijlen
Ariaentje van CLOOTWIJCK [4051] gedoopt te 's-Grevelduin op 20-05-1629
zoon van Adriaan "de Oude" van CLOOTWIJCK [3246] (1576-1631) en van Anneke TIELEMANS [4046] (1585-1669)
ondertr. te Waspik op 21-04-1648 getrouwd te Waspik op 17-05-1648 met Jan Woutersz ZEIJLMANS [4052] , schout tot Waspik
1.
De zoon van Jan Woutersz Zeijlman en Ariaentje van Clootwijk, Adriaen, nam regelmatig de naam "van Clootwijck" aan. Eventueel werd er de toevoeging "gezegd Zeijlmans" gedaan. De kinderen van Adriaen (3 dochters) kregen wel weer de naam Zeijlmans.
Uit het Genealogisch Tijdschrift Midden, West en Noord Brabant jrg 19, blz 231: Verder bleek dat Elisabeth Zeilmans niet is gedoopt te Waspik 7-8-1684 maar te Waspik 23-11-1684. Zij is de dochter van Adriaen Janszn van Clootwijck, gezegd Zeijlmans en Margrietje Bastiaensdr Boeser. Dit blijkt uit "Groot Waspik r44, fol 214, 18-2-1713" Deling tussen Grietje Bastiaense Boeser en haar kinderen verwekt door Adriaen van Klootwijk gezegd Zeijlmans, met name Mayken, gehuwd met Steven Jansz Timmermans, Elisabeth gehuwd met Jacobus Hagoort en Geertruij gehuwd met Adriaen Schouten. Adriaen Janszn van Clootwijck, gezegd Zeijlmans was een zoon van Johannes Woutersz Zeijlmans die o.t/tr, `s.Gr-Capelle 21.4./20.5.1648 met Adriaentje Adriaensdr. Van Clootwijck. Bij de doop van Elisabeth stond als vader Adiraen Jansz van Clootwijck (dus zonder de naam Zeijlmans)
Uit het Genealogisch Tijdschrift Midden, West en Noord Brabant jrg 19, blz 231: Verder bleek dat Elisabeth Zeilmans niet is gedoopt te Waspik 7-8-1684 maar te Waspik 23-11-1684. Zij is de dochter van Adriaen Janszn van Clootwijck, gezegd Zeijlmans en Margrietje Bastiaensdr Boeser. Dit blijkt uit "Groot Waspik r44, fol 214, 18-2-1713" Deling tussen Grietje Bastiaense Boeser en haar kinderen verwekt door Adriaen van Klootwijk gezegd Zeijlmans, met name Mayken, gehuwd met Steven Jansz Timmermans, Elisabeth gehuwd met Jacobus Hagoort en Geertruij gehuwd met Adriaen Schouten. Adriaen Janszn van Clootwijck, gezegd Zeijlmans was een zoon van Johannes Woutersz Zeijlmans die o.t/tr, `s.Gr-Capelle 21.4./20.5.1648 met Adriaentje Adriaensdr. Van Clootwijck. Bij de doop van Elisabeth stond als vader Adiraen Jansz van Clootwijck (dus zonder de naam Zeijlmans)
Dirck Dircksz van CLOOTWIJCK [3247]
zoon van Dirck Adriaensz van CLOOTWIJCK [1033] (-1616) en van Aenke Adriaensdr van CAMPEN [1034]
getrouwd met Anneke Mertensdr [4055]
1.
Dirckje [4056] geboren te Babilonienbroek op 29-04-1612
getrouwd te Heusden op 08-06-1638 met Willem Ariensz van GAMMEREN [4057] geboren ca. 1610, schout van Babilonienbroek
2.
(²) [4058]
getrouwd (2) met (²) PIERE du [4059]
Adriaen Dircksz "de Jonge" van CLOOTWIJCK [1035] , heemraad en schout Almkerk
zoon van Dirck Adriaensz van CLOOTWIJCK [1033] (-1616) en van Aenke Adriaensdr van CAMPEN [1034]
getrouwd met (²) van UYTHOVEN [1036]
1.
2.
Jan [3885] overleden ca. 1645
3.
Maria [3886] overleden voor 1645
4.
(²) [3887]
5.
Adriaen was beleend met "De Houck" onder Almkerk
13-5-1664 Ds. de Wael, predikant te Boxtel, en zijn zwagers Godefridus de Ruyter en Martin van Lith tesamen kinderen van za juffr. Maria van Clootwijck, als mede de actie hebbende van sr. Anthony van Clootwijck, ca Commer Nanning, terzake koop van land in Uppel (Woudrichem r.a. nr 29-36).
Bronnen: Dossier Zimmermann, Een honderdtal Ned families door Maris.
13-5-1664 Ds. de Wael, predikant te Boxtel, en zijn zwagers Godefridus de Ruyter en Martin van Lith tesamen kinderen van za juffr. Maria van Clootwijck, als mede de actie hebbende van sr. Anthony van Clootwijck, ca Commer Nanning, terzake koop van land in Uppel (Woudrichem r.a. nr 29-36).
Bronnen: Dossier Zimmermann, Een honderdtal Ned families door Maris.
Anthoni Adriaens van CLOOTWIJCK [1037] , heemraad Sprang 1650-1655
zoon van Adriaen Dircksz "de Jonge" van CLOOTWIJCK [1035] en van (²) van UYTHOVEN [1036]
getrouwd met Maria Arens ALM d' [1038]
1.
Syken Anthonisse van KLOOTWIJK [1040] geboren ca. 1634 begraven te Capelle op 09-07-1708
getrouwd te Sprang op 08-12-1654 met Corstiaan Pieter GLAVIMANS [1039] geboren ca. 1634 overleden te Capelle op 01-10-1713
getrouwd (2) te Gorinchem op 25-02-1659 met Alida van Berckel [3903]
Maria d'ALM zou dezelfde kunnen zijn als Maria Willems, de wed. van Aert Adriaens GLAVIMANS, secr. van Sprang.
1-7-1661 Anthonij Adriaens van Clootwijck, wonende alhier, doet - krachtens octrooi dd 23-6-1661 van de Staten van Holland en West-Friesland - makingen aan zijn vrouw Lijetje Hendricks van Berckel (Notaris van Osch, Gorinchem)
Hij was mede eigenaar van "De Houck" onder Almkerk, een leen van de ridderhofstad Hodenpijl.
1-7-1661 Anthonij Adriaens van Clootwijck, wonende alhier, doet - krachtens octrooi dd 23-6-1661 van de Staten van Holland en West-Friesland - makingen aan zijn vrouw Lijetje Hendricks van Berckel (Notaris van Osch, Gorinchem)
Hij was mede eigenaar van "De Houck" onder Almkerk, een leen van de ridderhofstad Hodenpijl.
Adriaentje van CLOOTWIJCK [3888] , tr. 1645 Nanning Janszn van
dochter van Adriaen Dircksz "de Jonge" van CLOOTWIJCK [1035] en van (²) van UYTHOVEN [1036]
1.
Adriaen Nanning [3889]
Adriaentje Adriaens van Clootwijck, huwde voor 1645 Nanning Jans (van Ouwerkerk) haar stiefbroeder, zoon van Jan Cornelisse Nanninge en Bastiaensdr, gegoed onder Almkerk, bewoonde te Uppel een huis met elf hont land. Hij was anno 1653 waarsman van Doorn-Almkerk. Zij was mede-eigenaresse van "De Houck" onder Almkerk, een leen van de ridderhofstad Hodenpijl.
Adriaen Nanning, zoon van Nanning Jans (van Ouwerkerk) en Adriaentje van Clootwijck, die den geslachtsnaam van zijn moeder aannam, was Adriaen vernoemd naar zijn grootvader Adriaen van Clootwijck en volgde na een korte onderbreking zijn moeder op in het bezit van "De Houck" onder Almkerk, een leen van de ridderhofstad Hodenpijl, dat reeds lang aan de Van Clootwijck's had behoord. Kortom Adriaen Nanning was kennelijk bestemd, om dezen tak der familie van zijn moeder voort te zetten. Hij kwam dan ook steevast in de verschillende akten voor met den naam Van Clootwijck.
Op 3 september 1671 nam Adriaen Nanning van Clootwijck te Woudrichem een hypotheek van 500 caroli gulden op zijn leengoed "De Houck" onder Almkerk. In het naburige Emmichoven was Adriaen Nanning mede gegoed, zoodat hij daar weleens voor de schepenbank is opgetreden: op 2 november 1680 als belender, op 24 oktober 1682 als verkoper van een morgen zaailand in den banne van Ganswijk naast eigen land, terwijl hij op 23 november 1683 twee derde parten in zestien hond land overdroeg. Er is nog een transportakte van 4 mei 1691 voor de schepenbank van Woudrichem, waarbij Adriaen van Clootwijck, wonende te Almkerk, een morgen zaailand in den banne van Uppel aan 's-Heerenweg voor 200 caroli gulden overdroeg aan Dirk ten Hage, burgermeester van Woudrichem.
Op 23 februari 1662 transporteerden voor schepenen van Woudrichem (r.a. nr 114), krachtens koopcontract van 3 februari 1662 voor notaris van Osch te Gorcum, Anthony Adriaens van Clootwijck en zijn zwager Nanning Jans nomine uxoris Adriaentje van Clootwijck voor 2300 car. guldens hun leenen der ridderhofstad Hodenpijl met name huis en hoeve "De Houck" onder Almkerk. Op 3 september 1671 bij akte van notaris Otto Kien te Gorinchem kocht Adriaen Nanningh van Clootwijck het familiegoed weer terug. Daags daarop volgde zijn belening (Woudrichem r.a. nr 115) en vervolgens (Woudrichem r.a. nr 120) verhypotheceerde hij zijn bezit voor een schuld van 500 car. gulden geleend geld van Johan ten Hage, oud burgermeester van Woudrichem. Arend van Loo, toenmaals ambachtsheer van Hodenpijl, verleende akte van deze hypotheek. De ten Hage's zijn van hypotheekhouder eigenaar geworden van "De Houck".
Bronnen: Een honderdtal Ned. Families door Maris
Adriaen Nanning, zoon van Nanning Jans (van Ouwerkerk) en Adriaentje van Clootwijck, die den geslachtsnaam van zijn moeder aannam, was Adriaen vernoemd naar zijn grootvader Adriaen van Clootwijck en volgde na een korte onderbreking zijn moeder op in het bezit van "De Houck" onder Almkerk, een leen van de ridderhofstad Hodenpijl, dat reeds lang aan de Van Clootwijck's had behoord. Kortom Adriaen Nanning was kennelijk bestemd, om dezen tak der familie van zijn moeder voort te zetten. Hij kwam dan ook steevast in de verschillende akten voor met den naam Van Clootwijck.
Op 3 september 1671 nam Adriaen Nanning van Clootwijck te Woudrichem een hypotheek van 500 caroli gulden op zijn leengoed "De Houck" onder Almkerk. In het naburige Emmichoven was Adriaen Nanning mede gegoed, zoodat hij daar weleens voor de schepenbank is opgetreden: op 2 november 1680 als belender, op 24 oktober 1682 als verkoper van een morgen zaailand in den banne van Ganswijk naast eigen land, terwijl hij op 23 november 1683 twee derde parten in zestien hond land overdroeg. Er is nog een transportakte van 4 mei 1691 voor de schepenbank van Woudrichem, waarbij Adriaen van Clootwijck, wonende te Almkerk, een morgen zaailand in den banne van Uppel aan 's-Heerenweg voor 200 caroli gulden overdroeg aan Dirk ten Hage, burgermeester van Woudrichem.
Op 23 februari 1662 transporteerden voor schepenen van Woudrichem (r.a. nr 114), krachtens koopcontract van 3 februari 1662 voor notaris van Osch te Gorcum, Anthony Adriaens van Clootwijck en zijn zwager Nanning Jans nomine uxoris Adriaentje van Clootwijck voor 2300 car. guldens hun leenen der ridderhofstad Hodenpijl met name huis en hoeve "De Houck" onder Almkerk. Op 3 september 1671 bij akte van notaris Otto Kien te Gorinchem kocht Adriaen Nanningh van Clootwijck het familiegoed weer terug. Daags daarop volgde zijn belening (Woudrichem r.a. nr 115) en vervolgens (Woudrichem r.a. nr 120) verhypotheceerde hij zijn bezit voor een schuld van 500 car. gulden geleend geld van Johan ten Hage, oud burgermeester van Woudrichem. Arend van Loo, toenmaals ambachtsheer van Hodenpijl, verleende akte van deze hypotheek. De ten Hage's zijn van hypotheekhouder eigenaar geworden van "De Houck".
Bronnen: Een honderdtal Ned. Families door Maris
(²) = Niet zichtbaar wegens privacybeleid
Samengesteld op:28-12-2024 04:32:58
Generaties:16
Personen:94
Personen in Lib:129
Namen in deze genealogie:
van der MERWEDE - 1
van DAALLEM - 1
van CLOOTWIJCK - 85
van MUYLWIJCK - 1
van DRONGELEN - 1
van RIJSWIJCK - 2
van HOUWENINGEN - 1
van POLANEN - 1
van NEDERVEEN - 1
de BORCHGRAEFF - 1
van EMMICHOVEN - 1
- 4
van der HOOVEN - 1
HEYS - 1
van DOMMELEN - 1
de BEVER - 1
SPRONSEN - 1
BACX - 1
ROELOFS - 1
van de STEGHE - 1
van AELST - 1
de COCK - 1
van MAREN - 1
SPRUIT - 1
van DOCKUM - 2
CLOOTWIJCK van DOCKUM - 1
KLOOTWIJK - 2
BRONDGEEST - 1
CLOOTWIJK van DOCKUM - 1
van der VELDE - 1
van CAMPEN - 1
TIELEMANS - 1
ZEIJLMANS - 1
van CLOOTWIJCK SEIJLMANS - 1
PIERE du - 1
van UYTHOVEN - 1
ALM d' - 1
van KLOOTWIJK - 1
van Berckel - 1